Auto’s met een start-stop systeem

Sommige auto’s zijn voorzien van een zogenaamd start-stop systeem. Dit houdt in dat de motor wordt uitgeschakeld zodra de auto in stilstand in zijn ‘vrij’ wordt gezet. Met de koppeling ingetrapt blijft de motor vaak lopen. De motivatie voor een dergelijk start-stop systeem heeft ermee te maken dat het brandstofverbruik omlaag wordt gebracht. Het kost energie om de motor weer te starten, maar gemiddeld levert het per stop toch meer op om de motor tijdelijk uit te schakelen. Op deze manier konden autofabrikanten lagere uitstootnormen halen waardoor tot vorig jaar leaseauto’s in lagere bijtellingsschalen konden vallen. Sinds 2017 is een lagere fiscale bijtelling voor een leaseauto met een start-stop systeem trouwens niet meer mogelijk.

Voor een rittenadministratie is het vervolgens wel de vraag waar een rit eindigt. Een start-stop systeem treedt bijvoorbeeld in werking als je stopt voor een kruispunt of rood verkeerslicht en de versnelling in zijn ‘vrij’ zet. De motor slaat af. Is dit het einde van een rit? En begint de volgende rit weer zodra de bestuurder naar de eerste versnelling schakelt en de motor weer automatisch aanschakelt? Het antwoord is JA.

Zodra een motor wordt uitgeschakeld, dan eindigt de rit. Het maakt hierbij niet uit of de motor automatisch uitgeschakeld wordt door het start-stop systeem of dat de motor handmatig uitgeschakeld wordt met de autosleutel. Het gevolg hiervan is wel dat een route die met een auto gereden wordt waarin veel stopmomenten zijn, dat deze route zal bestaan uit veel aaneengeschakelde ritten. Voor de fiscale rittenadministratie is dit niet van groot belang, want de ritten worden geregistreerd conform de eisen die de Nederlandse belastingdienst stelt, maar de rittenadministratie wordt wel groter. Door het start-stop systeem bestaat de mogelijkheid dat wat anders 1 rit was geweest (bijvoorbeeld van huis naar werk) nu wordt opgedeeld in meerdere kortere ritten. Daarbij komt dat de start-stop momenten niet direct herkenbaar zijn aan het adres, omdat deze eigenlijk op willekeurige plekken langs de route liggen.

Bestuurders gaan op verschillende manieren hiermee om. Sommigen accepteren een grotere rittenadministratie, sommigen schakelen het start-stop systeem uit en sommigen houden de koppeling ingetrapt bij korte stopmomenten en laten de motor alleen afslaan bij langere stopmomenten zoals bij een open brug.